Een mondiale groene subsidieoorlog: goed of slecht?

‘We zitten in een mondiale groene subsidieoorlog’, constateerde Harvardeconoom Dani Rodrik onlangs. China en de VS deden al volop mee; vorige week deed de EU een stevige duit in het zakje. Wat is er aan de hand? En is dit goed of slecht?

Ontwikkelingen in China en de VS

China is al decennialang bezig om middels industriepolitiek haar economie te versterken. De laatste jaren investeert China ook grootschalig in groene industrieën, met name in de zogenoemde ‘new three’ industrieën (zonne-energie, elektrische mobiliteit, batterijen). Het gaat om enorme bedragen: alleen al in 2023 investeerden Chinese bedrijven en de Chinese overheid 1,6 biljoen dollar in cleantech. Dit vormde in 2023 met afstand de grootste factor in de investeringsgroei en totale economische groei van China.

De VS volgen deze ontwikkelingen met argusogen en zijn sinds 2016 in een handelsoorlog met China verwikkeld geraakt. President Biden heeft dit handelsbeleid voortgezet en het accent verschoven van handelstarieven naar staatssubsidies. In 2022 nam het Amerikaanse Congres de Inflation Reduction Act (IRA) aan. Anders dan de naam suggereert, gaat deze wet over staatssubsidies voor groene industrieën. Het is een enorm pakket: voor het eerste jaar staat een bedrag van 271 miljard dollar aan subsidies gepland.

De reactie van Europa

Als reactie hierop ontstond in de EU een fel debat over nadelige gevolgen van Chinese en Amerikaanse subsidies voor Europese industrieën. Moet Europa zich mengen in de subsidiestrijd of vasthouden aan haar strenge mededingingsregels? In september 2023 zette Commissievoorzitter Ursula von der Leyen een duidelijke koers uit: ‘de toekomst van onze cleantech moet made-in-Europe zijn’. Op 6 februari jl. namen de Europese Raad en het Europees Parlement een wet aan die dit mogelijk moet maken, de Net-Zero Industry Act (NZIA). Het precieze bedrag dat hiermee gemoeid is, is nog onduidelijk, maar zal niet kinderachtig zijn. Nu al investeren overheden in Frankrijk en Duitsland jaarlijks miljarden euro’s om groene industrieën naar hun land te halen of te behouden.

Conclusie

Kortom, we zijn in een mondiale groene subsidieoorlog beland (zie ook de onderstaande figuur over het aantal toegekende staatssubsidies). Is dat erg? Volgens sommige economen wel, omdat subsidies niet altijd even efficiënt besteed worden. Volgens andere economen zoals Dani Rodrik niet, omdat moderne industriepolitiek wel degelijk effectief is en ook behoorlijk efficiënt kan zijn. Én omdat hierdoor per saldo méér groene investeringen plaatsvinden, wat helpt om versneld groene innovaties te ontwikkelen en om groene technologieën op te schalen.

Het groene subsidiegeweld heeft ook implicaties voor Nederland. Zo spendeert de Nederlandse overheid procentueel minder aan staatssteun dan de Duitse of Franse overheid. En het is de vraagt of de NZIA voldoende zoden aan de dijk zet. Bedrijven en overheden doen er daarom goed aan om te onderzoeken wat er (extra) nodig is om Nederlandse cleantech te laten floreren.

Paul Schenderling is econoom, schrijver en spreker. Hij adviseert en schrijft over sociale en ecologische vraagstukken vanuit een economische invalshoek. Hij heeft ruim 10 jaar onderzoeks- en advieservaring en ervaring met politiek-bestuurlijke processen, op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Hij is oprichter en programmaleider van Postgroei Nederland. In nauwe samenwerking met de deskundigen uit deze denktank schreef hij het boek 'Er is leven na de groei: Hoe we onze toekomst realistisch veiligstellen'.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *