Global Resources Outlook 2024: hier zijn de take-aways
Deze must-read wordt te weinig besproken en gedeeld: de Global Resources Outlook 2024 van het International Resource Panel (IRP). Hier zijn de take-aways.
Probleemverheldering
➡ Het mondiale materiaalverbruik is de afgelopen 50 jaar verdrievoudigd.
➡ Ook in Europa groeide het materiaalverbruik de afgelopen twee decennia nog altijd. Er werd weliswaar 22 procent materiaal bespaard door technologische innovaties. Maar deze milieuwinst werd meer dan ongedaan gemaakt door economische groei, die zorgde voor een stijging van het materiaalverbruik met 28 procent. Daar zien we het effect van de Jevons-paradox, en fors ook. Economische groei vertraagt dus niet alleen de klimaattransitie, maar ook de materiaaltransitie.
➡ De inspanningen voor een mondiale transitie naar een circulaire transitie zijn nog veel te klein. Het aandeel secundaire (d.w.z. hergebruikte) grondstoffen in de industrie en bouw is slechts 9 procent.
➡ Materiaalverbruik veroorzaakt een veel groter deel van de klimaatcrisis dan de meeste mensen denken. Materiaalverbruik (door het IRP gedefinieerd als de productie van biomassa, mineralen (inclusief metalen) en fossiele brandstoffen) veroorzaakt namelijk 55 procent (!) van de mondiale klimaatimpact. Als de bijbehorende verandering van het landgebruik meegerekend wordt zelfs 60 procent.
Lessen voor beleid
➡ Het beleid is volgens het IRP te veel gefocust op de productiekant van de economie; er zou veel meer aandacht moeten zijn voor de consumptiekant van de economie. Daarbij is het concept sufficiëntie nodig en aan een opmars bezig. Sufficiëntie is erop gericht om voor iedereen op aarde een waardig leven mogelijk te maken, door mensen in het mondiale Zuiden toegang te geven tot de materialen die ze nodig hebben en tegelijkertijd de materiaalvoetafdruk in het mondiale Noorden fors te verminderen. Alleen dan is er genoeg voor iedereen binnen de draagkracht van de aarde.
➡ Zonder aanvullend beleid groeit het materiaalverbruik de komende vier decennia mondiaal met 60 procent. Ook in Europa blijft het materiaalverbruik toenemen, met 20 procent. Hiermee houden we de klimaatcrisis, de biodiversiteitscrisis, de waterstress en de toxiciteitscrisis in stand. We moeten zo snel mogelijk af van de koolstoftunnelvisie waar we in zitten en veel forser inzetten op vermindering van het materiaalverbruik.
➡ Het goede nieuws is dat een scenarioberekening van het IRP laat zien dat zo’n forse materiaalverbruiksreductie mogelijk is. Daarvoor is onder andere nodig: een grondstoffenbelasting, verbetering van de materiaalefficiëntie, verandering van consumptiepatronen (inclusief eiwittransitie), compactere bouw, compacter vervoer en een klimaat/impactdividend (voor een rechtvaardige transitie).
Tot slot
Veel van deze ideeën staan tevens uitgewerkt in ons boek Er is leven na de groei. Het is bemoedigend dat deze maatregelen volgens het IRP kunnen leiden tot én een forse extra reductie van de klimaatimpact én het ombuigen van de trend van een stijgend naar een dalend materiaalverbruik. De Global Resources Outlook is hier te vinden.
Geef een reactie