De energietransitie is op stoom, de circulaire transitie niet!
De energietransitie is op stoom, de circulaire transitie niet! Als we zo doorgaan, dan vervangen we slechts fossiele grondstoffen door andere grondstoffen, vooral metalen. Gaat de nieuwe Europese Commissie daar wat aan doen? Op 18 juli jl. publiceerde de herkozen voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, haar politieke doelen voor de komende jaren. Eén van die doelen is dat zij een Wet Circulaire Economie wil invoeren die moet “helpen marktvraag creëren voor gebruikte materialen”.
Europese Commissie lijkt te gaan voor behoudende aanpak
Dat is in potentie goed nieuws. De circulaire economie komt namelijk tijden niet echt van de grond. Zo is in Nederland het aandeel circulaire activiteiten in de economie al jaren gestagneerd op slechts acht procent van het bbp. De voornaamste reden is dat overheden tot nu toe vooral subsidies maar nauwelijks verplichtende normen of belastingen inzetten. Hoewel Von der Leyen haar circulaire doelstelling niet verder uitwerkt dan het bovenstaande citaat, is het mogelijk dat een Europese Wet Circulaire Economie de stagnatie helpt doorbreken.
Jammer genoeg lijkt de invulling van de wet nogal behoudend te worden. Want waarschijnlijk kiest de Commissie voor normen of belastingen die het storten en verbranden van afval onaantrekkelijker maken en recycling aantrekkelijker. Een ander doel van Von der Leyen, een Europese markt voor afval, hint daar namelijk op.
Alleen inzetten op recycling is bij lange na niet voldoende
Echter, recycling kost veel energie en houdt vervuilende verdienmodellen van de industrie grotendeels in stand. Het zou daarom aanzienlijk beter zijn als het beleid zich óók of vooral zou richten op andere circulaire strategieën, zoals een langere levensduur, hergebruik en reparatie van producten. Postgroei Nederland bepleit daarom een oplossing aan de voorkant van het probleem, niet aan de achterkant, namelijk een Europese grondstoffenbelasting. Dat zorgt ervoor dat we voortaan een reële prijs betalen voor de grondstoffen die in nieuwe producten zitten, zodat alle bovengenoemde circulaire strategieën in één klap aantrekkelijker worden. Net bij de beprijzing van CO2 kan dit gecombineerd worden met een grensheffing, zodat Europese producenten geen hinder ondervinden.
Met deze stappen kunnen we nu al aan de slag
We kunnen klein beginnen. Zo toonden wij onlangs in opdracht van een ministerie aan dat de Nederlandse overheid voor elektronica een circulaire bijdrage kan invoeren: een bijdrage van consumenten bij de aanschaf van een nieuw apparaat. De bijdrage gaat in een fonds dat kortingen op reparatie en hergebruik financiert. We berekendes dat een circulaire bijdrage van één of twee procent voldoende is om maar liefst 50% korting op reparatie te geven. Het verschil in omvang tussen de lineaire en circulaire economie zorgt namelijk voor een enorme hefboom. (Het volledige rapport is hier te downloaden.)
In Oostenrijk en Frankrijk zijn kortingsvouchers op reparatie al een doorslaand succes. Ook winkelketens kunnen meer doen, bijvoorbeeld bij de nieuwverkoop van producten standaard onderhouds- en reparatieabonnementen aanbieden. Kortom, ik hoop dat de praktijk uitwijst dat Europa klaar is voor méér.
Addendum: vormgeving Europese grondstoffenbelasting
Ons concrete voorstel is om een 7-generatietoets te doen op de economische winbaarheid van alle 90 mineralen die in de economie worden gebruikt. De volgende stap is om de kritieke mineralen waarvan de economische beschikbaarheid binnen enkele generaties onder druk komt te staan zodanig te belasten dat deze mineralen nog tenminste 7 generaties economisch winbaar blijven. De European Chemical Society heeft een overzicht gemaakt hiervan, maar dan over de beschikbaarheid in 3 generaties (zie de onderstaande figuur). De figuur laat zien dat we snel moeten handelen, want de beschikbaarheid van een groot aantal mineralen komt nog deze eeuw onder grote druk te staan.
Geef een reactie