Wat voor klimaatbeleid willen Nederlanders? Daarover is men meer dan duidelijk: eerlijk en effectief beleid dat rekening houdt met de minst bedeelden. Deze heldere conclusie is te trekken op grond van een interessant onderzoek dat I&O Research heeft uitgevoerd in opdracht van de WRR. In een uitgebreide enquête (N = 2.313) legden zij 10 principes van rechtvaardig klimaatbeleid aan mensen voor en vroegen ze om aan te geven in hoeverre men het daarmee eens of oneens is op een schaal van 1-9 (1 = volledig oneens; 9 = volledig eens).

Steun voor principes van klimaatbeleid. Bron: I&O Research (2022), Rechtvaardigheid bij klimaatbeleid.
Steun voor principes van klimaatbeleid. Bron: I&O Research (2022), Rechtvaardigheid bij klimaatbeleid.

Wat willen nederlanders wel?

Het principe waar een ruime meerderheid van de Nederlanders het zeer mee eens is, is dat er een minimale ondergrens moet zijn. Niemand mag als gevolg van het klimaatbeleid door het ijs zakken. Drie andere principes waarvoor veel steun bestaat onder Nederlanders zijn: effectiviteit (een zo groot mogelijke opbrengst van het klimaatbeleid), de vervuiler betaalt en beleid ten gunste van de minst bedeelden. Deze principes krijgen allemaal gemiddeld meer dan 6,5 punten.

Wat willen nederlanders niet?

Uit de enquête blijkt overigens ook hoe het klimaatbeleid er volgens Nederlanders níet uit moet zien. Het beleid moet niet gebaseerd zijn op verdienste (mensen die groen gedrag vertonen moeten niet extra beloond worden). Ook voelen Nederlanders niets voor beleid dat gebaseerd is op bestaande rechten. Sterker, men vindt dat met name grote vervuilende bedrijven veel strenger aangepakt moeten worden. Klimaatbeleid op grond van eigen verantwoordelijkheid kan ook nauwelijks op steun rekenen. De minste steun is er voor beleid waarbij de kosten van het klimaatbeleid gelijk worden verdeeld over alle Nederlanders.

Hoe rechtvaardig is het huidige klimaatbeleid?

De uitkomst van de enquête is een indirecte motie van wantrouwen tegen het huidige klimaatbeleid. Het huidige klimaatbeleid is namelijk heel oneerlijk. De rijkste 10 procent van de Nederlandse huishoudens veroorzaakt twee keer zoveel uitstoot van broeikasgassen als een gemiddeld Nederlands huishouden. De rijkste 1% zelfs gemiddeld vier keer zoveel. Toch is het niet zo dat de vervuiling die deze huishoudens veroorzaken zwaarder wordt belast. Integendeel: de meeste milieubelastingen zijn degressief in plaats van progressief. Zo berekent de Nederlandse overheid de kosten van het klimaatbeleid vooral via de energieheffing door aan burgers. Mensen met een lager inkomen besteden een groter percentage van hun inkomen aan energiekosten, waardoor ze in verhouding tot hun inkomen een veel hogere energiebelasting betalen dan mensen met een hoog inkomen. Dat is nogal bizar, want hun totale bijdrage aan de uitstoot is juist veel lager. Hierbovenop komt het feit dat duurzaamheidssubsidies vooral mensen met een hoog inkomen ten goede komen. Mensen met een lager inkomen hebben meestal geen eigen huis. Ook hebben ze vaak niet de financiële middelen om te investeren in zonnepanelen of elektrische auto’s, waardoor ze subsidies mislopen.

Kortom, het is belangrijk dat deze uitkomsten leiden tot ander beleid. In ons boek Er is leven na de groei gaan we hier dieper op in.

Paul Schenderling is econoom, schrijver en spreker. Hij adviseert en schrijft over sociale en ecologische vraagstukken vanuit een economische invalshoek. Hij heeft ruim 10 jaar onderzoeks- en advieservaring en ervaring met politiek-bestuurlijke processen, op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Hij is oprichter en programmaleider van Postgroei Nederland. In nauwe samenwerking met de deskundigen uit deze denktank schreef hij het boek 'Er is leven na de groei: Hoe we onze toekomst realistisch veiligstellen'.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *